All-electric (individueel)

All-electric gebouwen gebruiken alleen elektriciteit voor verwarming, koken en warm water. Dit gebeurt meestal met een warmtepomp. Met een elektrische warmtepomp wordt warmte uit de bodem of buitenlucht gehaald om het gebouw mee te verwarmen. Dit is een lagere temperatuur dan uit een CV-ketel, daarom vraagt all-electric om zeer goede isolatie, wat overeenkomt met minimaal schillabel[1] B. Voor oudere gebouwen is dit soms lastig haalbaar.

Een risico van all-electric oplossingen is dat er meer elektriciteit nodig is en het elektriciteitsnet daar niet altijd op berekend is. Als iedereen in een buurt overgaat op all-electric, moet in veel gevallen het elektriciteitsnetwerk verzwaard worden.

Het elektriciteitsnet in het buitengebied is momenteel niet geschikt om nu grote stappen te zetten naar all-electric oplossingen. Hiervoor dient een nieuw onderstation te worden gerealiseerd. Hiervoor zijn Liander (de netbeheerder) en de gemeente al plannen aan het maken. De verwachting is dat dit over 5 jaar (2026) zal zijn gerealiseerd.

  • 1 Een schillabel is het energielabel van een gebouw zonder maatregelen voor het opwekken van duurzame energie, bijvoorbeeld via zonnepanelen.